vrijdag 23 maart 2012

Netwerk problemen lokaliseren met behulp van Netwerk commando’s



1.     Inleiding


Windows beschikt over de mogelijkheid om een aantal netwerkcommando's uit te voeren in een "Commando prompt". Deze commando's zijn een krachtig hulpmiddel bij het vinden van fouten in een netwerk of een internetverbinding of sommige vormen van datacommunicatie.
In deze cursus gaan we zien hoe je tewerk kan gaan voor het lokaliseren van netwerkproblemen.

2.     Werking van netwerken

Wat is een IP-adres?

Wat een IP-adres is en hoe je het IP adres van je computer kan achterhalen leer je in volgend filmpje.
Ook zal je leren wat een subnet is, een subnet masker en hoe Network Address Translation (NAT) werkt.


Wat is een IP adres? Explania

Hoe configureer je netwerkapparaten via DHCP?

Het configureren van netwerkapparaten kan handmatig, maar ook automatisch! Dat doe je via DHCP. Volgend  filmpje legt je uit hoe…


Hoe configureer je netwerkapparaten via DHCP? Explania

Hoe configureer je netwerkapparaten manueel?

Netwerkapparaten configureren komt neer op het toekennen van waarden zoals het IP-adres, het subnetmasker en de DNS-server. Hoe doe je dat handmatig?


Hoe configureer je netwerkapparaten manueel? Explania

Hoe verloopt het dataverkeer over een netwerk/internet?

Geanimeerde voorstelling van dataverkeer over een netwerk/internet. Je krijgt te zien hoe datapakketten hun weg vinden in het wereld wijde web. Wat doet een router, wat doet een switch, welke functie heeft een firewall en nog veel meer is te zien in deze film.



http://www.youtube.com/watch?v=cxi13GHjkzk

3.     Netwerkstructuur bepalen


Het is belangrijk om eerst een zicht te krijgen op hoe het netwerk is opgebouwd.
Geen één netwerk is hetzelfde. Dit is misschien wel de moeilijkste stap, maar wel de belangrijkste.
Om de structuur te bepalen ga je een aantal dingen inventariseren. Makkelijk is om gewoon even met een stukje papier het hele netwerk in schema te brengen. We beginnen bij de computer zelf.
Hoe is de computer verbonden met het netwerk?

Met een kabel:

Volg de kabel naar het eerst volgende apparaat. Dit is vaak een router/modem/switch.
Hoe herken je nu het verschil tussen deze apparaten?
Router:
Kijk eens naar de aansluitingen die mogelijk zijn op dit apparaat.
Meestal zijn er een stuk of 5 poorten aanwezig, 4 voor PCs(Het interne netwerk) en 1 WAN poort. Op dit WAN poort is dan in de meeste situaties een kabel/adsl modem aangesloten.
Een router word gebruikt om een internetverbinding te delen.
Je creëert met een router een intern netwerk, op de WAN poort sluit je je internetverbinding aan. Je router zorgt ervoor dat alle adressen die opgezocht worden buiten het interne netwerk worden doorgestuurd naar het internet.

Modem:
Modems zijn er in vele varianten. Op het modem word afhankelijk van het type internetverbinding,
kabel of ADSL, de telefoonlijn, of het tv signaal aangesloten. Deze modems hebben een LAN poort
waarop een pc of een router aangesloten kan worden. Er zijn modems die ook telefonie ondersteunen (VOIP). Deze hebben dan extra aansluitingen voor een telefoontoestel.

Modemrouter:
De bovenstaande apparaten bestaan ook in een gecombineerde variant, wat de laatste tijd veel gebruikt word. Dit is een modem met meerdere LAN poorten.

Switch:
Eens switch is een simpel apparaat, deze sluit je achter een router aan met als enige doel het zorgen
voor meer netwerkpoorten. 1 kabel gaat vanuit een willekeurig apparaat naar de router, en de andere poorten kunnen gebruikt worden. Bij problemen met de switch kan hij vervangen worden of even aan- en uitgeschakeld worden.

Draadloos:

Om draadloos te internetten is een Access Point nodig. Dit kan in wezen in de vorm van een echt
Accesspoint, of gecombineerd met een (modem)router. Het is het apparaat met een antenne erop. Als het draadloos goed verbonden is werkt de diagnose hetzelfde als met een gewone kabel.

Netwerkschema voor een basisnetwerk met een modemrouter.


Fig. 1

Netwerkschema voor een basisnetwerk met modem en router.

Fig.2

Als je je netwerkstructuur op papier hebt,  word het duidelijk hoe het dataverkeer loopt. In bovenstaand schema met modem en router verloopt de communicatie als volgt:
De pc stuurt een aanvraag naar zijn gateway, een apparaat die het interne netwerk aan een andere netwerk koppelt, in dit geval het internet. Deze stuurt het door naar het modem, die doet de aanvraag op het internet en geeft antwoord naar de pc via de router.

4.     Hulpprogramma’s


Windows beschikt over diverse tools om je netwerk te testen. Hieronder vind je de belangrijkste met hun  omschrijving en de werking. Allereerst open je een ‘Commando prompt’:

Klik met de linkermuistoets achtereenvolgens op:
Start, Uitvoeren
Typ: CMD en klik op OK

Een commando prompt opent waarin je dus de netwerkcommando’s kan ingeven.

IPCONFIG

IPCONFIG (zonder parameters)

Met dit commando kun je de netwerkconfiguratie ophalen voor de computer waarop het  uitgevoerd wordt.
Weergegeven informatie is:

- IP-adres
- Subnetmasker
- Gateway

In het geval van PC2 in ons netwerkschema zou het er dus zo uit moeten komen te zien:

Windows IP configuratie

Ethernet adapter Local Area Connection:
Connection-specific DNS Suffix . :
IP Adres. . . . . . . . . . . . . .. . : 192.168.2.101
Subnet Mask . . . . . . . . . . . : 255.255.255.0
Standaard Gateway . .. . . . : 192.168.2.1

IPCONFIG /ALL

Ipconfig geeft vaak genoeg informatie, maar IPCONFIG [Spatie] /all geeft nog net iets meer.
Zo kun je bijvoorbeeld DNS servers bekijken, DNS Servers zorgen voor het omzetten van een URL (webpagina) naar een IP-adres, bijvoorbeeld www.google.be naar 74.125.79.94 en andersom.
Ook vind je hier de DHCP Server terug, deze zorgt ervoor dat je computer een IP-adres krijgt toegewezen van zo gauw  hij op het netwerk komt.

IPCONFIG /RENEW

Dit commando vraagt aan de DHCP server om opnieuw een IP-adres toe te kennen aan je computer.

IPCONFIG /FLUSHDNS

Dit commando maakt de DNS Cache leeg, als www.google.be  omgezet is naar zijn IP-adres, onthoud de pc dit in de DNS cache om in de toekomst sneller de omzetting te kunnen maken.
Nu kan het wezen dat deze informatie niet meer actueel is en zo bepaalde pagina’s niet kan bereiken.

IPCONFIG /REGISTERDNS

Registreert je DNS server wederom, voer dit altijd uit na een FLUSHDNS

PING [IP-ADRES]

Misschien wel het belangrijkste commando dat je zult moeten weten. Met Ping stuur je signalen naar bepaalde apparatuur, zoals andere pc’s, routers, modem enzovoorts.
Als je vanaf PC2 naar PC1 wil pingen, type je op PC2 in een commando prompt:

Ping 192.168.2.100


Als het goed gaat, krijg je de volgende output:
Antwoord van 192.168.2.100: bytes=32 tijd<1ms TTL=254
Antwoord van 192.168.2.100: bytes=32 tijd<4ms TTL=254
Antwoord van 192.168.2.100: bytes=32 tijd<2ms TTL=254
Antwoord van 192.168.2.100: bytes=32 tijd<2ms TTL=254

 


TRACERT [IP-ADRES]

Met dit commando kun je het pad volgen, tot maximaal 30 stappen, welke je signaal maakt, een soort geavanceerde ping.

Als je van PC2 naar het modem traceroute, krijg je de volgende output:
 

1 <1 ms <1 ms <1 ms 192.168.2.1
2 <1 ms <1 ms <1 ms 192.168.1.1
 

Je kent nu de belangrijkste commando’s om een probleem op te sporen.

5.     Ipconfiguratie


Ieder netwerkapparaat heeft een IP adres. Vergelijk dit met je straatnaam en huisnummer, aan de hand hiervan weet de postbode waar hij zijn post naar binnen moet gooien. In de netwerkstructuur met de modem en router apart (zie fig. 2) zie je dat er overal een verschillend adres bestaat, ieder IP-Adres MOET uniek wezen voor ieder apparaat.

Een IP-adres kan je ofwel zelf instellen en dan spreken we over een statisch IP-adres. Ofwel heb je een DHCP server in je netwerk die automatisch een IP-adres toekent aan elk apparaat dat in het netwerk aanwezig is. Hier spreken we dan van een dynamisch IP-adres.

We gaan nu het schema invullen met IP adressen. Hoe weet ik nu wat voor IP-adres al deze apparaten hebben?

De computer

Voer een IPCONFIG uit zoals beschreven onder punt “2. Hulpprogramma’s”
Je kunt het adres vinden achter:

IP-Adres :

De router

Voer een IPCONFIG uit, je kunt het adres vinden achter Standaard Gateway.

De modem

Dit is lastiger. Dit kun je namelijk niet zomaar met een commando uitlezen. Vaak kun je dit vinden in je router, deze krijgt namelijk zijn IP gegevens van het modem.
Start een Browser en typ daarin:

http://ipadresvanderouter

Je komt nu op een webpagina waar je waarschijnlijk eerst voor moet inloggen. Als de
standaardgegevens niet veranderd zijn, kun je die vinden in de handleiding van de modem.
In de router zul je een statuspagina moeten vinden, ga op zoek naar de GATEWAY van de router. In het geval van ons netwerkschema bovenaan (fig. 2) moet dit 192.168.1.1 wezen.

Dit zijn in eerste instantie alle gegevens die je zult moeten weten. Om een diagnose te starten.

6.     Diagnose


Hieronder vind je een procedure die je kan gebruiken om een netwerkprobleem op te sporen.

  1. Ping naar 127.0.0.1
    1. Gelukt: ga naar stap 2
    2. Mislukt: Er is een probleem met de software voor netwerkcommunicatie
                                                               i.      Bekijk of je netwerkkaart goed is geïnstalleerd en aangesloten
                                                             ii.      Installeer de meest recentste drivers voor je netwerkkaart
  1. Controleren of je computer een IP-adres heeft adhv ipconfig
    1. Er is een IP-adres: ga naar stap3
    2. Geen of automatisch gegenereerd IP-adres
                                                               i.      Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten
                                                             ii.      Herstart je router en voer daarna het commando ipconfig /renew uit
  1. Ping naar het IP-adres van je eigen computer
    1. Gelukt: ga naar stap 4
    2. Mislukt: Controleer alle zaken zoals beschreven in stap 1 en stap 2.
  2. Ping naar het IP-adres van de router
    1. Gelukt: ga naar stap 5
    2. Mislukt: Er is een probleem met de router of de bekabeling.
                                                               i.      Schakel de router even uit en terug aan
                                                             ii.      Controleer de bekabeling
                                                            iii.      Stel een statisch IP-adres in op je computer en probeer het ping commando opnieuw.
  1. Ping naar de modem
    1. Gelukt: ga naar stap 6
    2. Mislukt: Er is een probleem met de modem
                                                               i.      Schakel de modem uit en terug aan
                                                             ii.      Controleer de bekabeling
                                                            iii.      Controleer de  IP instellingen van de router
                                                            iv.      Vanaf de statuspagina van de router vernieuw je het IP-adres dat afkomstig is van de modem
  1. Ping naar een IP-adres van een webpagina op het internet. bvb ping 74.125.79.94 (IP-adres van www.google.be)
    1. Gelukt: Internetverbinding is in orde. Ga naar stap 7
    2. Mislukt: Er is geen internetverbinding
                                                               i.      Controleer bekabeling
                                                             ii.      Controleer IP instellingen van de modem
                                                            iii.      Neem contact op met ISP (Internet Service Provider)
  1. Ping naar een DNS naam: bvb www.google.be
    1. Gelukt: Internet is in orde, er is een probleem met de instellingen van je browser
    2. Mislukt: DNS is niet in orde
                                                               i.      Voer een Ipconfig /flushdns en Ipconfig /registerdns uit
                                                             ii.      Controleer de DNS instellingen op je computer

Verklarende woordenlijst:


DHCP Server = Een DHCP Server (Dynamic Host Configuration Protocol) zorgt ervoor dat alle aangesloten netwerkapparaten voorzien worden van een uniek IP-adres

DNS Server = Een DNS Server (Domain Name System) zorgt ervoor dat bij het intypen van een domeinnaam, deze automatisch wordt doorverwezen naar de juiste computer waarop de bestanden (website, email etc.) van dat domein staan. Een DNS server weet welk domein gekoppeld is aan welk IP-adres.

Router = Een router is een apparaat dat twee of meer verschillende computernetwerken aan elkaar verbindt, bijvoorbeeld internet en je thuisnetwerk

Modem = De modem is een apparaat waarmee informatiesignalen (netwerk dataverkeer) geschikt gemaakt worden om over een kanaal (telefoonlijn of coaxkabel) te worden getransporteerd.

Switch = Een switch is een netwerkcomponent dat gebruikt wordt om computers of andere netwerkapparaten op aan te sluiten. De belangrijkste functie van een switch is dat een poort (een aansluiting op de switch) direct kan communiceren met een ander apparaat op een andere poort.

Nuttige links


Bronnen: